Vertonen de rentetarieven een dalende trend?

De ECB heeft de rente verlaagd - voor de zesde keer sinds juni 2024. Het wordt steeds moeilijker om te voorspellen of het ruime monetaire beleid zal worden voortgezet, zegt Julian Marx, Research Analyst bij Flossbach von Storch SE.

Sinds afgelopen zomer is er veel gebeurd op het gebied van monetair beleid. Tussen juni 2024 en februari 2025 heeft de Europese Centrale Bank (ECB) de depositorente vijf keer verlaagd met in totaal 1,25 procentpunt. Dit is nu de zesde renteverlaging. Dit betekent dat de depositorente van de ECB is gedaald naar 2,5 procent.

Zal de rente blijven dalen? Niet noodzakelijkerwijs. Vanuit het huidige perspectief is er veel voor te zeggen om (nog) voorzichtiger om te gaan met mogelijke verdere renteverlagingen.

Stabiele economische data ...

Als we eerst kijken naar de algemene situatie, dan is er vanuit het perspectief van de Raad van Bestuur van de ECB weinig veranderd sinds de vorige rentebesluiten. De nieuwe macro-economische projecties van de ECB-medewerkers suggereren dat de hoeders van de euro nog steeds op de goede weg zijn, met een inflatie die zich duurzaam rond de inflatiedoelstelling van 2% zal stabiliseren. Voor 2025 als geheel voorspellen ECB-medewerkers nu een inflatie van 2,3 procent, tegen 2,1 procent in december 2024.

De opwaartse bijstelling van de nominale inflatie weerspiegelt het sterkere momentum van de energieprijzen. De raming voor de kerninflatie, exclusief de volatiele energieprijzen, werd daarentegen door ECB-medewerkers neerwaarts bijgesteld van 2,3 procent in december naar 2,2 procent.

Ondertussen worden de groeivooruitzichten voor de eurozone nog steeds als uiterst bescheiden beschouwd. Voor dit jaar verwachten de medewerkers van de ECB nu een reële groei van 0,9%, tegen 1,1% in december. In dit licht bezien blijft de situatie met betrekking tot de economische cijfers op dit moment stabiel.

... en veel onbekenden

Toch zijn er nog veel vraagtekens bij de komende inflatietrend. Voorlopig is de richting goed, want de kerninflatie is bijvoorbeeld de afgelopen 12 maanden met 0,5 procentpunt gedaald naar 2,6%. Toch blijven de opwaartse risico's voor de inflatie onveranderd.

Het is nog onzeker of de gewenste vertraging van de inflatie langer zal duren dan gehoopt. Uiteindelijk bleef de inflatie in de dienstensector hoog op 3,7% in februari en moet de verwachting van gematigdere loonafspraken nog worden bevestigd.

Bovendien laten de gegevens zien dat de restrictiviteit van het monetaire beleid al merkbaar is afgenomen. In de laatste ronde van de 'bank lending survey' verklaarde bijvoorbeeld ongeveer 90% van de banken dat het algemene renteniveau geen invloed heeft op de vraag naar krediet van bedrijven. Volgens Isabel Schnabel, lid van de Raad van Bestuur van de ECB, kan daarom niet langer met zekerheid worden gezegd dat het monetaire beleid van de ECB nog steeds binnen de restrictieve marge ligt. Dit suggereert dat de mogelijkheid van een of meer rentepauzes moet worden overwogen tijdens de komende rentevergaderingen.

Tegelijkertijd is het echter ook waar dat de ECB haar inflatiedoelstelling op de middellange termijn en op duurzame wijze wil bereiken. En hier zou een al te voorzichtige monetaire versoepeling het herstel van de binnenlandse vraag in een zwak economisch klimaat in gevaar kunnen brengen. Het risico bestaat dat de onderliggende inflatie onder de streefwaarde blijft. Dit zou pleiten voor een of twee verdere renteverlagingen tijdens de komende vergaderingen.

Politiek blijft (voorlopig) aan de zijlijn

Op het gebied van fiscaal beleid zijn er ook een aantal onbekenden die een grote impact kunnen hebben op de monetaire voorwaarden. Daartoe behoren de mogelijkheid dat Trump tarieven gaat heffen, maar ook Europese intentieverklaringen voor een grootschalig investeringsoffensief dat - zoals het recente Duitse voorbeeld laat zien - veel verder kan gaan dan militaire inspanningen.

Dergelijke ontwikkelingen zijn echter vaak moeilijk te vatten en zijn ingebed in een complex totaalbeeld met talloze andere, vaak tegengestelde factoren. Zo zullen tarieven op korte termijn waarschijnlijk een inflatoir effect hebben, maar ze voeden ook een enorme onzekerheid. Een verslechterend investeringsklimaat en afnemend consumentenvertrouwen kunnen daarom ook de totale vraag temperen - en een drukkend effect hebben op de inflatie op de middellange termijn.

Er zijn ook vraagtekens bij het buitensporige inflatoire effect van mogelijke investeringsoffensieven. In ieder geval heeft een aanzienlijke stijging van de defensie-uitgaven alleen een indirect effect op de inflatie van de consumentenprijzen in de vorm van een stijging van de vraag naar tanks of ander militair materieel.

Hoewel de kortetermijnimplicaties van de huidige ontwikkelingen in het begrotingsbeleid voor het monetaire beleid moeilijk te bevatten zijn, hebben ze ECB-president Christine Lagarde er al toe aangezet een uitspraak te doen die op de lange termijn waarschijnlijk van groot belang zal zijn. In februari zei ze tegen het Europees Parlement dat de ECB binnen haar mandaat haar deel zou doen om de uitdagingen van Europa samen aan te pakken. Daarmee heeft ze impliciet een soort vrijbrief gegeven voor begrotingsinspanningen (in de vorm van stijgende staatsschulden). Op de lange termijn wijst dit op een omgeving van aanhoudend lage reële rentes.

De middenweg

Er is de laatste tijd weinig veranderd in de fundamentele overwegingen van de Raad van Bestuur voor toekomstige rentebeslissingen. Er zijn nog steeds opwaartse risico's voor de inflatie, vooral in de vorm van aanhoudende inflatie in de dienstensector. Aan de andere kant bestaat er bezorgdheid dat de inflatie zich op de middellange termijn onder de inflatiedoelstelling zou kunnen stabiliseren in het licht van een zwak economisch klimaat.

Dit vraagt om een monetaire beleidsaanpak die de risico's van een te langzame aanpassing afweegt tegen de risico's van een te snelle aanpassing. Dienovereenkomstig zal de ECB de flexibiliteit behouden om haar beleid van vergadering tot vergadering aan te passen, afhankelijk van de economische gegevens. Ze volgt dus geen vooraf bepaald rentepad, maar blijft op een ongedefinieerde middenweg.

Serge Vanbockryck

Senior PR Consultant, Befirm

 

Share

Persberichten in je mailbox

Door op "Inschrijven" te klikken, bevestig ik dat ik het Privacybeleid gelezen heb en ermee akkoord ga.

Over Flossbach von Storch

Flossbach von Storch is een van Europa's toonaangevende onafhankelijke vermogensbeheerders met meer dan EUR 70 miljard aan beheerd vermogen en meer dan 300 medewerkers. Het bedrijf werd in 1998 in Keulen opgericht door Dr. Bert Flossbach en Kurt von Storch. Tot de cliënten behoren fondsbeleggers, institutionele beleggers, vermogende particulieren en families. 

Alle beleggingsbeslissingen worden genomen op basis van de eigen wereldvisie van het bedrijf, die gebaseerd is op een kritische analyse van de economische en politieke context. Als door de eigenaar geleide onderneming is Flossbach von Storch niet gebonden aan de richtlijnen van een bank of een onderneming.