Reëel rendement
De obligatierente is aanzienlijk gestegen. Ook al is alles nog niet goed op de rentemarkt - er zijn weer kansen, zegt Dr Bert Flossbach, medeoprichter van Flossbach von Storch.
Het gestegen renteniveau heeft obligaties aantrekkelijker gemaakt of, om het wat voorzichtiger uit te drukken, minder onaantrekkelijk. Beleggers zijn optimistisch en verwachten dat de belangrijkste rentetarieven al in juli van dit jaar zullen pieken op ongeveer vijf procent in de VS en 3,3 procent in de eurozone.
Wij achten het onwaarschijnlijk dat dit betekent dat het einde van de berenmarkt voor obligaties reeds is bereikt of in zicht is. Wie obligaties koopt om ze tot de vervaldag aan te houden, zal waarschijnlijk geen winst maken, althans in de eurozone, na aftrek van de inflatie.
De rente is terug
De nominale rente van 2,2% voor tienjarige Duitse Bunds zal nauwelijks voldoende zijn om de inflatie, die nog enige tijd hardnekkig hoog zal blijven, op te vangen. Het beeld ziet er iets beter uit voor beleggingen in US-dollar. Met ongeveer vier procent voor staatsobligaties en een goede vijf procent voor bedrijfsobligaties met een goede kredietwaardigheid moet het mogelijk zijn de op middellange termijn verwachte inflatie ten minste te compenseren.
Enige tijd geleden schetsten wij twee belangrijke criteria voor obligatiebeleggingen op lange termijn:
- inflatiebescherming door een gegarandeerd positief reëel rendement.
- indirecte inflatiebescherming door een hoog nominaal rendement dat boven het verwachte inflatiepercentage ligt.
Eind september vorig jaar was het eerste alleen mogelijk in de VS. Het reële rendement van tegen inflatie beschermde Amerikaanse staatsobligaties was toen net als nu meer dan één procent.
Ondertussen is er ook een positief reëel rendement op tegen inflatie beschermde Bunds. Het is net geen 0,4 procent voor driejarige obligaties en 0,1 procent voor tienjarige obligaties, het hoogste niveau in negen jaar.
Bescherming tegen inflatie
Hoewel dat nog niet echt spannend is, beschermt het tenminste tegen een hardnekkig hoge inflatie. Maar zelfs inflatiegebonden obligaties zijn niet immuun voor koersverliezen. Zo leed een inflatiegeïndexeerde Duitse staatsobligatie die in 2033 vervalt een koersverlies van 22 procent in 2022.
Voor euro-bedrijfsobligaties met een solide kredietrating ligt het rendement net onder de vier procent. Met ongeveer zes procent leveren zogenaamde "hybride obligaties" nog steeds aanzienlijk meer op. Zij hebben de jure een oneindige looptijd, maar worden de facto door de emittenten op vaste tijdstippen in de komende jaren terugbetaald.
Zeer kortlopende obligaties zijn nu ook geschikt als parkeerpositie, met een rendement van iets minder dan drie procent over een periode van twaalf maanden.
Hoewel beleggers obligaties (nog steeds) zorgvuldig moeten selecteren, is dit goed nieuws. In sommige delen van de obligatiemarkt kunnen weer rendementen worden gegenereerd die ook de inflatie kunnen compenseren. En als langetermijnbeleggers hebben wij er vertrouwen in (ook wat obligaties betreft) dat de toekomst nog enkele positieve ontwikkelingen in petto kan hebben.
Serge Vanbockryck