Post-pandemische groei?

Terwijl de kapitaalmarkten naar nieuwe recordhoogten stijgen, hebben grote delen van de economie nog steeds te lijden onder de beperkingen die als gevolg van de pandemie zijn opgelegd. Vooral kleine en middelgrote ondernemingen in de dienstensector hebben te kampen met de gevolgen van de lockdown, die nog niet tot uiting komen in de kunstmatig verlaagde insolventiecijfers. Dit zal waarschijnlijk veranderen wanneer de rapportageverplichtingen in verband met insolventie opnieuw worden ingevoerd en de overheidssteun begint af te nemen. Maar zelfs grote bedrijven die door de crisis zijn getroffen, moeten zich heroriënteren in de wereld na corona, of consolideren. Lufthansa, bijvoorbeeld, verwacht pas over vijf jaar weer het niveau van voor de crisis te bereiken, zegt Dr. Bert Flossbach, medeoprichter van Flossbach von Storch AG.

Hoewel in sommige sectoren een sterk inhaaleffect wordt verwacht, zal dit beperkt blijven door de beschikbare capaciteit. De landen in Zuid-Europa bijvoorbeeld, die sterk afhankelijk zijn van het toerisme, zullen hun niveau van voor de crisis waarschijnlijk pas op zijn vroegst in 2022 bereiken. In de VS daarentegen zal dit naar verwachting dit jaar al gebeuren. China zal zijn niveau van voor de crisis waarschijnlijk zelfs met meer dan 10 procent overschrijden, waardoor zijn betekenis als economische macht verder zal toenemen.

Tegen 2025 zal de economische output van China naar verwachting ongeveer vier vijfde bedragen van het bruto binnenlands product (BBP) van alle andere opkomende markten en ontwikkelingslanden samen. In 2000 was dat nog maar een vijfde. China wordt ook steeds sterker in vergelijking met de VS. China heeft de crisis relatief goed doorstaan en zou de VS tegen 2030 zelfs kunnen vervangen als de grootste economische macht ter wereld. Het toenemende economische en politieke belang van China heeft echter ook een keerzijde voor westerse bedrijven en economieën.

Hoewel het handelsconflict tussen het Westen en China, waarvan de afgelopen jaren zo vaak sprake was, minder intens is geworden, althans wat de tarieven betreft, blijven de niet-tarifaire risico's toenemen. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het recente gebruik van nationalistische slogans door de Chinese regering om op te roepen tot boycots tegen bedrijven als H&M, Nike, Adidas, Puma en andere textielfabrikanten die geen katoen uit het westen van China meer gebruiken wegens mensenrechtenschendingen in Xinjiang. Dit leidde tot grote koersdalingen van de betrokken bedrijven, wat op de beurs al als "China shock" werd bestempeld. China kan het zich echter nog niet veroorloven om strafmaatregelen te nemen die verder gaan dan kleine speldenprikjes. Het land is te sterk geïntegreerd in de wereldeconomie, zowel als importeur van grondstoffen, geneesmiddelen en geavanceerde technologie, als als exporteur van consumptiegoederen.

De VS en China zullen daarom waarschijnlijk de wereldeconomie uit het gat trekken dat door de pandemie is ontstaan en er, dankzij triljoenen aan overheidssteun, voor zorgen dat de beginnende opleving doorzet.

Explosie van de staatsschuld

De keerzijde van met schulden gefinancierde overheidsprogramma's is een groeiende schuldenberg. Het overheidstekort van de VS bedroeg alleen al in de eerste vijf maanden van het lopende fiscale jaar 1.047 miljard dollar. De kosten van de eind december goedgekeurde hulp in verband met het Coronavirus zullen waarschijnlijk ongeveer 870 miljard dollar bedragen. Daarnaast is er het economisch stimuleringspakket van president Biden ter waarde van 1,9 biljoen USD dat op 11 maart 2021 in werking is getreden. Aangezien er ook plannen zijn voor een aanvullend investeringsprogramma van twee biljoen USD dat slechts gedeeltelijk kan worden gefinancierd door een verhoging van de vennootschapsbelasting, zal het tekort dit jaar waarschijnlijk het record van 2020 overtreffen, waardoor de staatsschuldquote tot een recordhoogte zal stijgen.

Er zijn tekenen die wijzen op een langetermijntrend die vergelijkbaar is met die in Japan, waar de schuldquote in de afgelopen 30 jaar is opgelopen van 63 procent tot 256 procent van het BBP. Zoals het voorbeeld van Japan ons heeft geleerd, kan de groeiende schuldenlast echter gemakkelijk worden gedragen zolang de rente laag blijft of de centrale bank staatsobligaties opkoopt en de rente aan de overheid terugbetaalt. Dit valt te verwachten, aangezien centrale banken over de hele wereld hun ultra-expansieve monetaire beleid, met lage rentetarieven en de aankoop van staatsobligaties, in ieder geval de komende jaren willen voortzetten.

Dit kan echter veranderen als de inflatie aanzienlijk boven de doelstelling van twee procent stijgt. Hogere rentetarieven zullen voor de regeringen echter geen probleem vormen, zolang zij onder het percentage van de economische groei of de inflatie blijven. De centrale banken hebben ook de voorzorgsmaatregel genomen om aan te geven dat de inflatie enkele jaren boven het streefpercentage zou kunnen blijven voordat tegenmaatregelen worden genomen, omdat dit slechts een compensatie zou zijn voor de lange periode dat de inflatiepercentages (te) laag waren. De balansen van de centrale banken zouden ook blijven groeien als gevolg van de aankoop van effecten en aanvullende liquiditeitsmaatregelen, zonder dat het einde in zicht is van het moment waarop de balansen weer tot een "normaal" niveau zouden kunnen krimpen.

Wat als de inflatie toeneemt?

Vanaf het begin van de pandemie tot het einde van het Biden-pakket zullen de Amerikaanse burgers ongeveer 1.620 miljard dollar ontvangen in de vorm van cheques (ongeveer 870 miljard dollar) en aanvullende werkloosheidsuitkeringen (ongeveer 750 miljard dollar). Amerikaanse bedrijven ontvingen tot begin april nog eens 746 miljard dollar in het kader van het "Paycheck Protection Program" in de vorm van leningen, hoewel deze over het algemeen niet hoeven te worden terugbetaald.

Deze steun zal zorgen voor een herhaling van de gebeurtenissen van vorig jaar, toen miljoenen werkloze Amerikaanse burgers de soms overvloedige, tijdelijke steunbetalingen aanvankelijk op hun rekening lieten staan. Dit, in combinatie met een gelijktijdige daling van de particuliere consumptie, deed de spaarquote stijgen tot een recordhoogte.

In tegenstelling tot eerdere crisissen was de hoge spaarquote deze keer echter niet alleen het gevolg van een uit voorzorg genomen consumptiereductie, maar ook van een gebrek aan bestedingsmogelijkheden (reizen, evenementen, restaurants, bioscopen, enz.). Daardoor liggen de totale bestedingen van de particuliere huishoudens in de VS nog steeds onder het niveau van voor de crisis. Zodra de lockdown echter is afgelopen, zullen deze goed gevulde portemonnees waarschijnlijk weer opengaan om het normale consumptiegedrag te hervatten. Dat is althans de algemene verwachting, uitgaande van een krachtig economisch herstel in de tweede helft van het jaar.

De cruciale vraag is of dit zal leiden tot een sterke en mogelijk aanhoudende stijging van de inflatie, vooral gezien de aanzienlijke prijsstijgingen van energie en veel grondstoffen, die ook een teken zijn van een sterke economische opleving in cyclische sectoren. Deze effecten zijn echter tijdelijk en hebben nog geen merkbaar effect op de inflatiecijfers gehad.

Er bestaat geen gevaar voor een aanhoudende stijging van de inflatie zolang de hogere inflatieverwachtingen niet stevig in de hoofden van de mensen zijn verankerd en bijvoorbeeld ook een bepalende factor zijn bij de loononderhandelingen. Pas dan zouden de centrale banken gedwongen zijn hun uiterst soepele beleid aan te passen, of althans het vooruitzicht daarop open te houden.

De Amerikaanse arbeidsmarkt zou aanzienlijk moeten verbeteren voordat dit punt wordt bereikt. Het aantal werkenden als percentage van de bevolking in de werkende leeftijd bedraagt nog steeds slechts 57,8 procent (maart 2021), vergeleken met 61,1 procent vóór de crisis, wat in absolute cijfers neerkomt op acht miljoen minder banen. Veel banen zijn vermoedelijk ook alleen behouden gebleven dankzij het loonbeschermingsprogramma, waardoor de officiële arbeidsmarktgegevens er iets beter uitzien dan ze in werkelijkheid zijn.

Er is dan ook geen acute noodzaak voor de Amerikaanse Federal Reserve (Fed) om haar obligatieaankopen te verminderen, vooral omdat de obligatierendementen al vrij sterk zijn gestegen en een verdere stijging van de rendementen het economisch herstel negatief zou kunnen beïnvloeden.

Ook hoeft niet te worden gevreesd dat de Europese Centrale Bank (ECB) dat dit jaar zal doen, aangezien de economische productie van veel landen in de eurozone onder het niveau van voor de crisis zal liggen, ondanks aanzienlijke steunmaatregelen. Een aanzienlijk, zichzelf in stand houdend herstel van de economische activiteit is nodig voordat van een minder expansieve oriëntatie kan worden uitgegaan. Hoe dan ook, de ECB heeft renteverhogingen tot 2023 uitgesloten en zelfs daarna heeft zij nog de discretionaire bevoegdheid om eventuele inflatieoverschrijdingen te tolereren door deze als tijdelijk te bestempelen.De ernstige nevenschade die kan worden verwacht, is een andere reden waarom het twijfelachtig is of centrale banken er ooit in zullen slagen hun uiterst soepele monetaire beleid te beëindigen.

Dr Bert Flossbach
Dr Bert Flossbach

Serge Vanbockryck

Senior PR Consultant, Befirm

 

Persberichten in je mailbox

Door op "Inschrijven" te klikken, bevestig ik dat ik het Privacybeleid gelezen heb en ermee akkoord ga.

Over Flossbach von Storch

Flossbach von Storch is een van Europa's toonaangevende onafhankelijke vermogensbeheerders met meer dan EUR 70 miljard aan beheerd vermogen en meer dan 300 medewerkers. Het bedrijf werd in 1998 in Keulen opgericht door Dr. Bert Flossbach en Kurt von Storch. Tot de cliënten behoren fondsbeleggers, institutionele beleggers, vermogende particulieren en families. 

Alle beleggingsbeslissingen worden genomen op basis van de eigen wereldvisie van het bedrijf, die gebaseerd is op een kritische analyse van de economische en politieke context. Als door de eigenaar geleide onderneming is Flossbach von Storch niet gebonden aan de richtlijnen van een bank of een onderneming.